Marinobasso@hotmail.com
Copied to clipboard!
Het kunstwerk verwijst naar het fragment uit Friedrich Nietzsche’s Also sprach Zarathustra waarin Zarathoestra in zijn eerste rede voor de menigte spreekt en de evenwichtskunstenaar / touwdanser verschijnt. Dit gebeurt in het eerste deel, in de rede “van de tussenwerelden” en “van de rede van Zarathoestra”, waarin Zarathoestra de mensen toespreekt over de “overmens”.
Tijdens die rede treedt er een touwdanser op boven de markt. De menigte kijkt toe, en de figuur van de touwdanser fungeert als beeld en symbool van de mens: een wezen dat "een touw is, gespannen tussen dier en Übermensch, een touw boven een afgrond". De mens is een touw, gespannen tussen dier en Übermensch – een touw over een afgrond. Een gevaarlijk oversteken, een gevaarlijk onderweg-zijn, een gevaarlijk terugblikken, een gevaarlijk huiveren en stilstaan. Wat groot is in de mens is dat hij een brug is en geen doel: wat men in de mens lief kan hebben is dat hij een overgang is en een ondergang.
De evenwichtskunstenaar is dus niet alleen een metafoor maar ook een personage, en illustreert de kern van Zarathoestra’s leer: de mens is een overgang, kwetsbaar en riskant, onderweg tussen dierlijkheid en iets hogers.
Hij is dus zowel negatief (verstoring, zinloosheid) als positief (beweging, katalysator) — precies die dubbelzinnigheid maakt hem een rijke figuur.
Kernidee bij Nietzsche: De koorddanser staat voor het menselijke streven naar iets hogers, maar dat streven is altijd fragiel en in gevaar. De nar toont dat er altijd krachten van chaos, spot en absurditeit bestaan die dit streven onderbreken. Toch is juist die val de aanleiding voor Zarathoestra’s echte begin: niet het overtuigen van de massa, maar het persoonlijke begeleiden van een mens.